De Olympische Spelen

Voor een sporter is meedoen aan de Olympische Spelen het hoogst haalbare. Bijna alle landen van de wereld doen eraan mee, ook Nederland.
Ieder land mag drie deelnemers per sport afvaardigen. Er zijn verschillende sporten. Sommige sporten hebben meerdere disciplines. De sporters kunnen drie medailles winnen: goud, zilver en brons.
In 1896 organiseerde het Internationaal Olympisch Comité (IOC) de eerste olympiade. Het IOC kan niet alles zelf doen. Daarom heeft elk land een eigen nationaal comité dat ervoor zorgt dat sport wordt gestimuleerd en dat de beste sporters naar de Olympische Spelen gaan.
Bij de opening van de Olympische Spelen steekt een atleet het olympisch vuur met een fakkel aan. Die fakkel is van tevoren in de oude Griekse stad Olympia aangestoken en gaat via een estafetteloop naar de stad waar de Spelen worden gehouden.

Olympia

De oude Grieken waren dol op wedstrijden. Winnen was het belangrijkste, want daarmee toonden ze hun kracht. We weten dat er in 776 voor Christus Olympische Spelen werden gehouden in Olympia. Die Spelen duurden zes dagen. Op de eerste dag slachtten de Grieken honderd stieren ter ere van hun belangrijkste god Zeus (zeg: Zuis). In 394 na Christus werden de Spelen verboden. Verering van meerdere goden, zoals op de Spelen gebeurde, paste niet meer bij het geloof van die tijd.

© Alamy/ImageSelect, Wassenaar

De oude Grieken wilden hun kracht laten zien. Met kleding aan ging dat niet zo goed. Alle mannen sportten daarom naakt op de Olympische Spelen. Ook deze worstelaars.

In de 19e eeuw richtte de Fransman Pierre de Coubertin de Olympische Beweging op. Van sporten word je een beter mens, vond hij. In 1896 organiseerde hij in Athene de eerste moderne Olympische Spelen.
De moderne Olympische Spelen zijn anders dan die van de oude Grieken. Meedoen is nu belangrijker dan winnen. Ook de spelregels zijn veranderd. Het gaat er niet meer zo hard aan toe. In tegenstelling tot vroeger mogen nu ook vrouwen meedoen.

Zomer en winter

De topsporters van een land mogen meedoen aan de Olympische Spelen. Zij trainen jarenlang om in vorm te zijn in het jaar van de Spelen. Meedoen is belangrijker dan winnen, maar het liefst willen de sporters toch een medaille halen. Tot nu hebben de Verenigde Staten de meeste medailles gewonnen op de Zomerspelen. Nederland doet het niet slecht, maar staat niet in de top tien. Dat wil Nederland wel en daarom geeft ons land veel geld uit aan sporters, kleding en trainers.
Sinds 1924 worden er ook Olympische Winterspelen gehouden met sporten als schaatsen, skiën en bobsleeën. De Olympische Winterspelen kunnen alleen plaatsvinden in een land waar het vriest en sneeuwt. Ook moeten er bergen zijn. De Spelen worden in februari gehouden. Dan moet het winter zijn in dat land. Op de Olympische Winterspelen halen Nederlandse schaatsers altijd veel medailles.

© Robin Utrecht/ANP, Rijswijk

Nicolien Sauerbreij haalde in 2010 met snowboarden de 100e gouden olympische medaille voor Nederland.

Speciale Spelen

Topsporters met een handicap hebben hun eigen Spelen: de Paralympische Spelen. In 1960 werden ze voor het eerst gehouden. In totaal worden er 24 sporten uitgeoefend, waaronder roeien, atletiek en judo. Een paralympisch topsporter heeft hulpmiddelen nodig. Slalomskiërs hebben een zitski en basketballers spelen in een rolstoel.
In 2010 zijn voor het eerst de Jeugd Olympische Zomerspelen gehouden voor topsporters tussen de veertien en achttien jaar. Het belangrijkste van de Jeugdspelen is niet het winnen, maar het opdoen van ervaring. Want op zo'n groot toernooi spelen is heel indrukwekkend.