Nederlandse schepen: 'Bescherm ons op de Rode Zee'

Nederlandse schepen willen beter beschermd worden tegen aanvallen in de Rode Zee. Waarom willen ze dat en komt die bescherming er?

Door Judie Jaspers
Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Arnoud Lievense
© ANP / Flyliedutch

Wat is er aan de hand?

Op de belangrijkste vaarroute tussen Europa en Azië, in de Rode Zee, worden sinds eind vorig jaar vrachtschepen aangevallen. Achter dit geweld zitten Houthi’s: een rebellengroep uit het Midden-Oosten. Ze gebruiken raketten en drones.

Waarom doen ze dat?

De Houthi’s vechten in Jemen tegen de regering van dat land. Ze zijn inmiddels de baas in het westen van Jemen, bij de Rode Zee. Het land ligt in de buurt van de Gaza-strook en de Houthi's zeggen dat ze met hun aanvallen de Palestijnen in Gaza willen steunen. En dat ze niet stoppen tot Israël het geweld in Gaza stopt. De Houthi’s vielen eerst alleen Israëlische schepen aan of schepen die op weg waren naar Israël, maar inmiddels zijn ook andere schepen niet meer veilig. Daarom varen die nu om, onderlangs Afrika. Dat duurt langer en kost meer brandstof en dus geld.

Wat willen de Nederlandse schepen?

Zo snel mogelijk weer door de Rode Zee kunnen varen. Nederlandse scheepseigenaren willen daarom gewapende beveiligingsteams aan boord van hun schepen. Maar minister Ollongren van Defensie wil daar geen toestemming voor geven. Zij raadt elk schip nu af om door de Rode Zee te varen. Oneerlijk, vinden de scheepseigenaren. Schepen van sommige andere landen krijgen wel extra beveiliging. Nederland geeft wél militaire steun aan aanvallen van de Amerikanen en Britten, gericht op de Houthi's, in de hoop de rebellen af te schrikken.