|
fietsversnellingen
|
Als je een heuvel of een brug opfietst, gaat dat makkelijker als je fiets in een lage versnelling staat. In dit proefje kun je zien waarom dat zo is.
nodig
fiets met versnellingen
stukje felgekleurd plakband of sticker
vriend
10 minuten
|
|
stappen
1. |
zet de fiets in zijn zwaarste versnelling |
2. |
zet de fiets op zijn kop op het zadel en het stuur |
3. |
kijk naar het voorste en het achterste tandwiel waar de ketting omheen gaat |
|
vraag 1: Is het voorste of het achterste tandwiel groter? |
4. |
plak op de band van je achterwiel het plakkertje |
5. |
draai de trappers één keer rond |
6. |
tel hoeveel keer het achterwiel rondgaat |
|
vraag 2: Hoeveel keer gaat het achterwiel in zijn zwaarste versnelling rond? |
7. |
zet de fiets nu in zijn lichtste versnelling |
8. |
kijk naar het achterste tandwiel waar de ketting omheen gaat |
|
vraag 3: Is het achterste tandwiel waar de ketting omheen gaat groter of kleiner dan in de lichtste versnelling? |
9. |
draai de trappers één keer rond |
10. |
tel hoeveel keer het achterwiel rondgaat |
|
vraag 4: Hoeveel keer gaat het achterwiel in zijn lichtste versnelling rond? |
|
vraag 5: Gaat het achterwiel minder of meer keer rond dan bij de zwaarste versnelling? |
|
vraag 6: Waarom denk je dat je met een lichte versnelling makkelijker een heuvel opfietst? |
ga naar:
uitleg
digiblad
aflevering
print:
werkblad
werkblad met grote letters
antwoordblad
doe meer proefjes over:
natuurkunde
krachten, klassieke mechanica
|
|
© 2004–2024 proefjes.nl / auteurs
|
|