Hoe werkt een thermosfles?

In de zomer is het fijn om een ijskoud drankje mee te nemen. In de winter wil je juist een kop hete thee meenemen om jezelf op te warmen. Dit kun je allebei doen met een thermosfles, een speciale fles die koude dingen koud houdt en warme dingen warm. Dat klinkt tegenstrijdig, maar is heel logisch als we kijken hoe een thermosfles in elkaar zit.

Geleiding
Warmte kan zich verplaatsen. Als heet water afkoelt verdwijnt de warmte niet in het niks maar wordt die doorgegeven aan de lucht. Dat voel je als je je hand boven een heet kopje water houdt. Het doorgeven van warmte noem je geleiding. Een thermosfles bestaat eigenlijk uit twee flessen: een binnen- en een buitenfles. Tussen die twee flessen zit helemaal niets, ook geen lucht, het is een vacuüm. Dit zorgt ervoor dat de warmte in de fles er niet uit kan, en warmte van buiten de fles er niet in kan. 

Koud en warm
Het laagje zonder lucht tussen de twee flessen zorgt ervoor dat de warmte niet kan worden doorgegeven. Er vindt dus geen geleiding plaats. De warmte van je hete kop thee blijft daardoor gevangen in de fles. En hoe zit het dan met dat ijskoude drankje? Als je iets kouds in de fles doet zorgt het vacuüm er ook voor dat de warmte van buiten niet naar binnen wordt geleid. En zo blijft je drankje lekker koud.