Pizza en pasta
Pizza's werden voor het eerst gebakken in de zeventiende eeuw (1600–1700). In de stad Napels bakten ze platte broden, en daar deden ze kaas, knoflook en basilicum op. Pizza was goedkoop eten. Ook de arme mensen konden het kopen. De bodem werd belegd met wat er maar in huis was. Soms was dat alleen een beetje olijfolie. De pizza's van toen werden gebakken op een houtvuur in kleine werkplaatsen. Je kon ze kopen bij kraampjes op straat. De pizza-bakkers gingen ook met hun pizza's langs de deuren. In de negentiende eeuw (1800–1900) kwamen er pizzeria's. Daar kon je binnen een pizza eten. Aan tafel kon je zien hoe die werd gemaakt.
Bijna iedereen vindt pizza lekker. Dat komt doordat je er van alles op kunt doen.
Pizza-namen
Een van de oudste pizza's is de Pizza Marinara. Hij is genoemd naar de Italiaanse zeelui, de 'marinari'. Zij namen van hun zeereizen allerlei producten mee die heerlijk zijn op een pizza. Dus: vis, garnalen, inktvis en noem maar op. De Pizza Margherita is genoemd naar koningin Margherita. Zij was in 1871 op vakantie in Napels. Omdat ze graag eens een pizza wilde proeven, liet ze een pizza-bakker naar het paleis komen. De vrouw van de pizza-bakker had bedacht dat de pizza de kleuren van de Italiaanse vlag moest hebben. Dus legden ze er tomaten (rood), mozzarella (wit) en basilicum (groen) op. De koningin heeft zitten smullen van de pizza. Vanaf dat moment heet deze pizza Margherita.
Behalve pizza eten Italianen ook veel pasta. Daarvan heb je niet één soort, maar wel 250! De basis is steeds hetzelfde, alleen de vorm is anders. Lange dunne slierten zijn spaghetti. Lange dikke slierten zijn tagliatelle. Elleboogjes zijn macaroni. En deeg-kussentjes gevuld met vlees of kaas noem je ravioli. Maar je hebt ook vlinders, schelpjes, knoopjes en ga zo maar door. Mensen ontdekten vroeger dat je verse pasta niet heel lang kunt bewaren. Maar laat je het drogen, dan gaat het maanden mee. In Nederland is pasta een hoofdgerecht. Wij maken er gevulde sauzen bij. Bijvoorbeeld met gehakt en veel groente. In Italië is het vaak een voorgerecht. Ze maken er daarom een lichte saus bij. Soms van alleen maar olijfolie, knoflook en kruiden.
Er zijn verschillende soorten pasta en je kunt van alles door de saus doen.
In Nederland kon je niet altijd pizza's en pasta eten. Die Italiaanse producten zijn ooit naar Nederland gekomen omdat Italianen in andere landen gingen wonen. Ze namen de pizza's en pasta mee. Tussen 1700 en 1920 trokken veel Italianen uit Italië weg, omdat er grote armoede was. Veel van hen emigreerden naar Amerika. In Europa werd Italiaans eten pas na de Tweede Wereldoorlog (1940–1945) bekend. Italiaanse mannen kwamen hier toen werken. Ook gingen de mensen steeds meer op vakantie naar Italië. Daar proefden ze dan pizza's en pasta. En wie het lekker vond, ging dat thuis ook maken.