Documentatiecentrum

Miljoenensteden

Miljoenensteden zijn supersteden. Er wonen meer dan een miljoen mensen. Sommige miljoenensteden zijn zo groot dat ze megasteden worden genoemd. Er zijn ongeveer 20 megasteden op de hele wereld. De meeste liggen in Azië, in India en China. Megasteden ontstaan doordat steden zo groot worden dat ze aan elkaar vastgroeien. Vooral arme mensen in de steden hebben grote gezinnen. Bovendien trekken steeds meer mensen van het platteland naar de stad. Helaas komen ze daar vaak in arme sloppenwijken terecht, omdat er geen werk is. Miljoenensteden hebben ook andere problemen. Elke dag moet er voldoende drinkwater, voedsel en elektriciteit zijn. Het afval van alle inwoners moet worden opgehaald. Het drukke stadsverkeer en de vele fabrieken veroorzaken nogal wat luchtvervuiling. Rijkere mensen trekken daarom soms weer de stad uit.

New York, het zakencentrum met zijn wolkenkrabbers.

Alles heeft een vaste plek

Het belangrijkste deel van een stad is het centrum. Daar werken honderdduizenden mensen. Er staan grote kantoorgebouwen. Er zijn winkels, theaters en restaurants. Er ligt ook een zakencentrum. Dit wordt bij grote steden ook wel het Central Business District genoemd: het centrale zakengebied. Hier staan hele hoge kantoorgebouwen. Ze zijn zo hoog omdat bouwgrond in de stad ontzettend duur is. Maar op een klein stuk grond passen toch heel veel kantoren als je in de hoogte bouwt!
Buiten het centrum liggen uitgestrekte woonwijken. Hier wonen mensen met een gewoon inkomen. De oudste woonwijken liggen het dichtst bij het centrum. Verder van het centrum vandaan liggen nieuwere wijken. Daar staan veel grote flatgebouwen. In de goedkoopste flats wonen de armste mensen. Veel van hen zijn migranten. Ze komen uit andere landen. In veel miljoenensteden liggen ook sloppenwijken. Zo noem je wijken met armoedige eenvoudige hutten die door de bewoners zelf zijn gebouwd. Over de hele wereld leven bijna 1 miljard mensen in krottenwijken!
Mensen met een goed inkomen wonen in de voorsteden rond de stad. Er staan villa's en huizen met grote tuinen. Het is er rustig en de lucht is er schoner dan in het centrum. Mensen voelen zich er veiliger dan in de dichtbevolkte woonwijken.

Een voorstad.

In steden met veel arme mensen groeit de bevolking sneller dan in rijkere steden. Dat komt omdat arme mensen vaak veel kinderen willen. Want meer kinderen betekent voor hen extra inkomen. Kinderen werken vaak op straat en verkopen sigaretten en kranten. Ze wassen auto's of poetsen schoenen. Kinderen zijn ook een soort levensverzekering voor hun oude dag. De ouders verwachten dat hun kinderen later voor hen zullen zorgen. Arme mensen krijgen ook veel kinderen omdat ze vaak geen geld hebben voor voorbehoedsmiddelen.
Steden groeien ook doordat mensen van het platteland ernaartoe trekken, op zoek naar werk. Op het platteland zijn ze niet meer nodig, omdat steeds meer werk gedaan wordt door machines. Voor de kinderen van een boer is er zelfs vaak helemaal geen land meer beschikbaar. En geen land betekent geen inkomen. Mensen hopen in de stad dus weer werk te vinden. Ze hopen ook dat hun kinderen er een betere toekomst kunnen krijgen. Bovendien trekt de stad vooral jongeren aan, omdat er van alles te doen is.
In een miljoenenstad wonen de meeste mensen ver van hun werk. Daarom moeten ze elke dag heen en weer reizen. Op de snelwegen in en rond de stad ontstaan files. Omdat er in de stad vaak te weinig parkeerruimte is, gaan veel mensen met het openbaar vervoer. Ze nemen de trein, tram of metro.

Details en informatie

  • Titel: Miljoenensteden
  • Auteur(s): Ferry Siemensma
  • Nummer: IC238
  • Niveau: 4
  • Siso: J 719.2
123movies