Albert Schweitzer

Een multitalent met hart voor zijn Afrikaanse medemens

Albert Schweitzer

Afkomst

Albert Schweitzer wordt op 14 januari 1875 geboren in de pastorie van Kaysersberg, een plaats in de Elzas, die toen deel uitmaakte van het Duitse rijk. Zijn vader is er waarnemend Luthers predikant. Hij heeft een oudere zus en krijgt nog een jongere broer en twee zusjes. Zijn jeugd brengt hij door in Günsbach (bij Colmar), waar zijn vader dan is aangesteld als predikant. Vanaf zijn vijfde jaar krijgt hij les van zijn vader op een tafelklavier; van jongsaf aan ontwikkelt hij zo zijn muzikale talenten. Hij gaat eerst naar school in Günsbach en wat later in Münster; vanaf 1885 volgt hij het gymnasium in Mülhausen, waar hij in juni 1893 het diploma behaalt. Tijdens zijn gymnasiumopleiding is hij in de kost bij een oom en tante, waar een strakke discipline heerst van huiswerk maken en pianospelen. In 1893 bezoekt Albert Parijs en maakt kennis met de organist Widor, van wie hij een leerling wordt.

Studie

Op het gymnasium was Schweitzers voorliefde voor geschiedenis opgevallen; ook de actuele politieke ontwikkelingen hadden zijn grote interesse. Na het gymnasium begint hij in Straatsburg met de studies theologie en filosofie. Hij combineert zijn Duitse militaire diensttijd (1893-1894) met zijn studies. Hij verdiept zich in de vele studies die er zijn over het leven van Jezus en komt tot het inzicht dat de mens “anders moet zijn dan de wereld”. Niet de dogmatische kant van het christendom boeit hem, maar de ethische. In 1898/99 studeert hij een half jaar in Parijs, zowel aan de Sorbonne als bij Widor; in 1899 promoveert hij tot doctor in de filosofie.

Schweitzers geboortehuis in Kaysersberg (Elzas, Frankrijk) is thans een museum.

Hulppredikant

Een jaar later rondt Schweitzer zijn theologiestudie af met een proefschrift. Inmiddels is hij als hulppredikant verbonden aan de St.-Nicolaaskerk te Straatsburg. Bij de catechisanten probeert hij de essentie van het evangelie zo goed mogelijk in te prenten, opdat ze zich die levenslang zullen herinneren. Bij velen slaagt hij daar ook in, zoals uit latere correspondentie blijkt. In 1898 leert hij de Duits-joodse Hélène Bresslau kennen. Deze had - voor die tijd zeer modern – een aantal cursussen gevolgd en was lerares geworden. Daarnaast deed ze vrijwilligerswerk. Beiden waren ervan overtuigd dat ze de plicht hadden anderen goed te doen omdat ze zelf zo bevoorrecht waren. Later, in 1912, trouwen ze.

Theoloog en studie medicijnen

Vanaf 1902 is Schweitzer privaatdocent theologie aan de universiteit van Straatsburg. Vervolgens wordt hij hoofd van het theologisch seminarie van St.-Thomas. Als leraar en als mens is hij zeer geliefd. Naast zijn vele activiteiten wil hij zich graag nuttig maken voor behoeftigen en kansarmen, maar dat loopt steeds op niets uit. Er blijkt een kloof te bestaan tussen Schweitzers milieu en de mensen die hij wil helpen. In de herfst van 1904 komt hij in aanraking met een Parijs zendingsgenootschap en besluit medicijnen te gaan studeren om zich nuttig te maken als tropenarts in Gabon, in die tijd een Franse kolonie in Afrika. Uiteindelijk begint hij eind 1905 in Straatsburg aan zijn studie medicijnen. Velen verklaren hem voor gek dat hij een muzikale en wetenschappelijke carrière “weggooit”, maar hij zet door. Hij blijft overigens theologische colleges geven en preken, zodat zijn dagen zeer gevuld zijn.

Lambarene

Bovendien publiceert hij over Duitse en Franse orgelbouwkunst en orgelkunst. Ook blijft hij orgelconcerten geven en orkesten begeleiden. Hij geniet een dermate goede gezondheid, dat dit alles hem mogelijk is. In mei 1908 doet hij zijn eerste grote medische examen, waarna hij nog een jaar praktijkwerk moet doen. Gelukkig kan dat in de Straatsburgse universiteitskliniek. Tegelijk met zijn stage volgt hij in diverse medische vakken colleges. In 1912 stopt hij met zijn werk als predikant en gaat tropengeneeskunde studeren in Parijs. In 1913 promoveert hij in de medicijnen. In maart van dat jaar vertrekt hij met zijn vrouw naar Lambarene (Gabon). Ze willen daar op eigen kosten een ziekenhuis stichten en medische hulp verlenen. Bij vrienden en kennissen is veel geld ingezameld, en met zijn concerten, publicaties en lezingen heeft Schweitzer zelf ook behoorlijk wat bij elkaar gebracht. Bijzonder trouwens, dat veel Duitse vrienden geld gaven voor het werk in Frans koloniaal gebied… Vanaf het eerste begin stromen de patiënten toe; eerder was er in Lambarene nog nooit een zendingsarts werkzaam geweest. Na maanden verrijst er een primitieve barak, het begin van het latere ziekenhuis.

Lambarene is gelegen in Gabon, dat tot 1960 een Franse kolonie was. Thans is het een zelfstandige republiek in het westen van Afrika.

Eerste Wereldoorlog

Tijdens Schweitzers eerste verblijf in Afrika breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Als Duitser op Frans grondgebied krijgt hij huisarrest; ook mag hij geen medische handelingen meer verrichten….Tijdens zijn internering begint hij aan een cultuurfilosofisch boek over het herstel van de beschaving. Na enkele maanden wordt zijn bewegingsvrijheid wat groter en mag hij ook weer als dokter werken. Maar het gebrek aan contact met Europa vanwege de oorlog en de tropische omstandigheden vragen veel van de Schweitzers. In deze periode ontwikkelt hij het thema Eerbied voor het leven, dat het centrale thema van zijn levensbeschouwing wordt.

Internering

In september 1917 worden de Schweitzers overgebracht naar het interneringskamp Garaison in de Franse Pyreneeën. Vanuit alle windstreken waren daar “krijgsgevangenen” bijeengebracht. In dat kamp heeft Schweitzer veel geleerd van medegevangenen: ambachtslieden, directeuren, religieuzen etc. Schweitzers gezondheid verbetert er ook. Vanwege zijn menselijke en medische kwaliteiten bouwt Schweitzer er vele goede relaties op. In de kampkapel vindt hij zelfs een harmonium om te bespelen ! In de zomer van 1918 keren de Schweitzers naar de Elzas terug in het kader van een uitwisseling van gevangenen. Hélène gaat naar haar ouders in Straatsburg, en Albert naar het ouderlijk huis te Günsbach.

Depressie

In de zomer van 1918 wordt Schweitzer getroffen door een diepe depressie. Via medisch werk in Straatsburg en als hulppredikant in de St.-Nikolaaskerk aldaar komt hij langzaam weer op de been. Ook blijft hij orgelconcerten geven. Hij maakt echter mee dat veel Duitsers, onder wie zijn schoonvader, uit Straatsburg worden uitgewezen, nu het onder Frans bestuur is gekomen. In een preek brengt hij in december 1918 voor het eerst zijn idee van eerbied voor het leven onder woorden: eerbied voor het leven zou verdere oorlogsgruwelen kunnen voorkomen.

Op Schweitzers 44ste verjaardag, 14 januari 1919, wordt dochter Rhena Fanny Suzanne geboren; ze zal enig kind blijven. Kort voor Kerstmis van dat jaar wordt Schweitzer uitgenodigd om in het voorjaar van 1920 naar Zweden te komen voor een lezing aan de universiteit van Uppsala. Door deze uitnodiging en het succesvolle verblijf in Zweden raakt hij uit de sombere gedachten dat zijn leven en loopbaan zijn vastgelopen. Terug in de Elzas gaat hij weer energiek aan het werk: schrijven, lezingen geven, concerteren. Vanaf 1921 werkt hij volledig aan zijn cultuurfilosofie.

Opnieuw Lambarene

In 1923 volgt Schweitzer cursussen tandheelkunde, tropengeneeskunde en verloskunde; in 1924 gaat hij voor de tweede keer naar Lambarene. Hélène kan ditmaal niet mee, vanwege haar zwakke gezondheid. Hij treft er een vervallen ziekenhuis aan, maar laat de noodzakelijke reparaties verrichten en begint met nieuwbouw en uitbreiding. Hij krijgt ook hulp van een arts en een verpleegkundige. In het ziekenhuis komen de meest uiteenlopende patiënten om hulp vragen. Als uitbreiding op de bestaande locatie niet haalbaar lijkt, besluit Schweitzer tot verplaatsing van het ziekenhuis: drie kilometer stroomopwaarts is een beter en groter terrein, dat hem gelukkig wordt toegewezen. Met beperkte middelen slaagt Schweitzer erin de bouwplaats geschikt te maken als nieuwe ziekenhuislocatie. Uiteindelijk wordt het nieuwe ziekenhuis een compleet dorp, waarnaartoe begin 1927 verhuisd kan gaan worden. Als alles naar tevredenheid functioneert, besluit Schweitzer naar Europa te gaan om zijn familie te bezoeken.

Schweitzer als arts aan het werk in Lambarene.

Zijn laatste jaren

Ook nu weer reist hij door Europa voor concerten en lezingen, om daarmee geld voor Lambarene in te zamelen. Dat wordt een vast patroon: in totaal verblijft Schweitzer tot zijn dood op 4 september 1965 veertien maal in Lambarene, waar hij uiteindelijk in zijn eigen ziekenhuis overlijdt. Hij wordt begraven naast de as van zijn vrouw, die in 1957 in Zürich is overleden en in Lambarene is bijgezet.

Voor zijn medische, theologische, muzikale en cultuurfilosofische activiteiten gedurende zijn rijke en lange leven is Albert Schweitzer vaak onderscheiden. Zo ontving hij diverse eredoctoraten, en in 1952 de Nobelprijs voor de vrede.

Het graf van Albert Schweitzer in Lambarene.

Robert Brumter / Wikimedia Commons

Dit muntstuk van 5 DM verscheen in 1975 ter gelegenheid van de 100e geboortedag van Albert Schweitzer.

Orgelspel door Albert Schweitzer: J.S. Bach Liebster Jesu, wir sind hier, BWV 731, opgenomen in 1936