Uitleg voor kinderen

Inleiding
Kun jij het woord tapuurlijk schrijven?
Kun jij het woord stellenrijk schrijven?

Deze woorden kun je schrijven, als je:
  • woorden goed kunt horen,
  • de letters kent
  • de taalregels kent
  • het woord kunt onthouden
  • kunt schrijven.
Dyslexie heeft met al deze dingen te maken.

Over lezen en schrijven
Het is helemaal niet zo logisch dat de meeste mensen goed leren lezen en spellen. Honderd jaar geleden konden veel mensen in Nederland het niet. In sommige arme landen leren veel kinderen helemaal niet lezen!
Praten en luisteren leren peuters bijna vanzelf. Lezen en schrijven leer je niet vanzelf, daar moet je veel moeite voor doen…

Heel veel kinderen leren eerst letters en kleine woordjes in groep 3. Aan het eind van groep 3 kunnen ze een boekje lezen. Maar er zijn ook kinderen, waarbij het niet goed gaat. Ergens gaat het fout. Deze kinderen lezen heel langzaam. Soms maken ze veel meer fouten bij het lezen.
Sommige volwassenen hebben nooit goed leren lezen en schrijven. Er zijn veel volwassenen die geen krant kunnen lezen of een briefje kunnen schrijven!

Als een kind niet goed leert lezen en schrijven kan het zijn dat hij of zij dyslexie heeft.

Wat betekent: dyslexie?
Dys betekent: niet op de goede manier
lexie betekent: met geschreven taal om kunnen gaan

Dyslexie betekent dus dat betekent dat het lezen en (of) schrijven moeilijk gaat.

Hoe komt het dat je dyslectisch bent en gaat het over?
Dyslexie is vaak erfelijk. Dat betekent dat meer mensen in je familie dyslectisch zijn. Misschien is je vader of je moeder dyslectisch. Maar ook je opa of oma, oom of tante, broer en zus kunnen dyslectisch zijn. Je wordt er mee geboren.! Niemand kan er iets aan doen dat je dyslectisch bent…

Knappe mensen hebben ontdekt, dat er bij dyslectische mensen in de hersenen iets anders gebeurt dan bij mensen die niet dyslectisch zijn. Dat hebben ze gezien op hele specialefoto’s van de hersenen (dat noem je een scan).
Ook hebben ze kunnen meten dat hele kleine stukjes van de hersenen van dyslectische mensen anders werken.

Het is niet zo dat de hersenen niet goed werken. Alleen het stukje van je hersenen wat voor taal belangrijk is werkt een beetje anders. Dat gaat niet over. Je blijft dyslectisch, je hele leven.
Maar … je kunt er vaak wel veel aan doen! Je kunt veel leren, waardoor je er niet zo veel last van hoeft te hebben.
Daarover later meer.

Hoe merk je dat je dyslectisch bent?
Je merkt er vaak niets van tot je naar school gaat.
Je hebt een goed verstand.
Je kunt veel.

Op school gaat het dan toch niet zo goed als iedereen verwacht. Soms merkt de juf in de kleuterklas al dat een kind een paar dingen erg moeilijk vindt. Rijmen kan moeilijk zijn. Of het onthouden van de namen van de kinderen uit je groep. Of het onthouden van de namen van de week. Het onthouden van meer dan één opdracht tegelijk. Eigenlijk zou de juf dan al heel erg goed moeten gaan opletten.

Dan komt een dyslectisch kind in groep drie. Eerst gaat het goed. Maar na een paar weken of maanden blijft het kind veel letters fout schrijven. Of het lezen lukt niet goed.

Het lijkt soms of een dyslectisch kind lui of slordig is. Maar dat is niet zo! Het kind doet juist heel erg zijn best. Want het wil juist erg graag goed leren lezen en schrijven! Het lukt alleen niet, terwijl andere kinderen het wel kunnen. Dat geeft een heel vervelend gevoel.

Als het steeds weer niet lukt, is lezen en schrijven niet leuk meer. Het is gewoon rot. En wat gebeurt er als je iets niet leuk vindt? Je doet het liever niet meer! Je leest liever geen boek. Je schrijft liever niet.

De kinderen die lezen en schrijven makkelijk en leuk vinden, doen dat wel. Zij lezen en schrijven vaker. Daardoor leren zij het nog beter. Het kind dat dyslexie heeft komt steeds meer achter…

Wat gebeurt er als je niets doet?
Je vindt lezen en schrijven niet leuk. Dus doe je het zo min mogelijk. Je bent bang dat het toch niet lukt. Bovendien zijn de boekjes ook niet leuk. Want die boekjes met korte zinnetjes zijn gewoon niet spannend. Thuis doe je ook liever andere dingen. Lezen doe je alleen maar als het moet…

Daardoor raak je steeds verder achter. Je kunt dan ook bij rekenen en bij andere vakken vaak de opdrachten niet goed begrijpen.

School wordt daardoor steeds minder leuk. Want het gaat gewoon niet goed.

Wat moet je dan doen?
Het gaat niet vanzelf, dat is duidelijk. Iemand die verstand heeft van dyslexie kan je helpen. Want de meeste kinderen met dyslexie kunnen goed leren lezen en spellen!

Je kunt leren lezen en spellen door veel te oefenen. Maar het oefenen moet wel zo gebeuren dat het voor jou helpt. Want niemand is hetzelfde. Alle dyslectische kinderen zijn weer anders.

Bij de spelling kun je leren welke taalregels er zijn. Daar kun je mee oefenen. Je moet het stapje voor stapje doen en heel, heel vaak.

Bij het lezen moet je super leuke boekjes uitzoeken! Je vader of moeder mag best een stuk voorlezen. Als je het dan hardop naleest, gaat het veel beter! Je weet dan al waar het over gaat. En je hebt de namen en de moeilijke woorden al gehoord.

Het is ook heel erg goed als je vader of moeder je veel voorleest. Uit een heel spannend boek natuurlijk. Een boek wat je zelf nog niet goed kunt lezen. Voorlezen is niet kinderachtig, het mag zeker tot aan de middelbare school! Je leert er namelijk veel van. Je leert nieuwe woorden (je woordenschat wordt groter).

Kinderen die veel worden voorgelezen worden zelf ook beter in begrijpend lezen! Dat komt omdat je meer lees-ervaring krijgt. Het geeft niets dat dat voor-lees-ervaring is…

Iemand met dyslexie moet veel oefenen. Je moet veel extra werk doen. Het kost veel meer tijd dan bij mensen die niet dyslectisch zijn. Tijd, waarin je geen leukere dingen kunt doen.
Direct aanmelden