Hoe worden koolhydraten berekend in eten en drinken?

Eten en drinken

De hoeveelheid koolhydraten in een product wordt gemeten in het laboratorium. Een banaan bestaat bijvoorbeeld uit 20 gram koolhydraten. Zo weten we van nog veel meer producten hoeveel koolhydraten ze bevatten. Er zijn dan ook tabellen gemaakt met de hoeveelheden koolhydraten van eten en drinken. Maar hoe weet jij dan hoeveel koolhydraten jouw zelfgemaakte banaan-ananasshake* bevat? Je kijkt eerst welke ingrediënten er allemaal in de shake zitten. Ook moet je weten hoeveel je van elk ingrediënt gebruikt. Door een tabel waarin staat hoeveel koolhydraten banaan en ananassap bijvoorbeeld bevatten kom je erachter hoeveel koolhydraten jouw shake bevat.

Koolhydraten, nooit van gehoord?
Koolhydraten zorgen voor energie en zijn brandstof voor je hersenen. Zoals benzine voor een auto. Er zijn veel soorten koolhydraten: glucose (druivensuiker), zetmeel, sacharose ('gewone suiker' uit de suikerpot), fructose (vruchtensuiker) en lactose (melksuiker).
Koolhydraten in de vorm van zetmeel komen voor in brood, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten (bruine en witte bonen). Vruchten en vruchtensap bevatten vruchtensuiker en druivensuiker. In melk, karnemelk en yoghurt zit melksuiker. In bijvoorbeeld snoep, koek, gebak, frisdrank en dergelijke zit riet- of bietsuiker.

Voorbeeld: Banaan-ananasshake

1 grote rijpe banaan (20 gram)
150 ml ananassap (17 gram)
1 theelepel citroensap (0,5 gram)
2 bolletjes vanille-ijs (38 gram)

In een tabellenboekje kun je opzoeken hoeveel gram koolhydraten ieder ingrediënt bevat. Het aantal koolhydraten staat hierboven tussen haakjes. Voor het geval je de rekenkriebels hebt gekregen :).

Zin in zo’n heerlijke verfrissende shake? Dit is het recept.