De kleinste landslak ter wereld

Tim van Wessel, 19 september 2017

Wat is doorzichtig en zo klein dat je het bijna niet met het blote oog kunt zien? Precies, de kleinste landslak ter wereld! Nederlandse en Maleisische onderzoekers ontdekten het slakje op het eiland Borneo en hebben het Acmella nana genoemd. Acmella betekent ‘punt’ in het Grieks, nana betekent ‘dwerg’ in het Latijn. Dit ‘dwergpuntje’ is letterlijk zo klein als de punt op deze i. Hoe vind je deze kleine recordhouder? En hoe leeft dit mini dier?

Kleine recordhouders

De vorige recordhouder was een Chinese slakkensoort, Angustopila dominikae. Nu is Acmella nana de kleinste landslak ter wereld. Maar voor hoe lang? Naturalis-onderzoeker Menno Schilthuizen en ontdekker van Acmella nana zegt: “Over wat nu echt de kleinste is kun je eindeloos bakkeleien. Meet je de lengte van het huisje of wat erin past? Bovendien zijn de grootste exemplaren van deze soort weer groter dan de kleinste exemplaren van de Chinese soort.”

Het is onbekend wat de ondergrens is. Misschien worden de slakkenhuisjes op een gegeven moment niet kleiner. Dwergpuntjes hebben een schelp met twee of drie windingen. Uit de piepkleine opening van de schelp komt het hoofd-voet gedeelte dat de slak gebruikt om te bewegen en te eten.

Wat past er eigenlijk nog meer in zo’n klein slakkenhuis? Denk eens aan wat in een mensenlichaam zit. Heeft een slak dat ook?

Zoeken naar de kleinste

Vind maar eens zo’n mini slak! Ga je ernaar op zoek of komt het op je pad? Dwergpuntjes hebben een schelp die tussen 0,50 en 0,60 millimeter breed is en tussen 0,60 tot 0,79 millimeter hoog. Dat is ongeveer zo groot als één zandkorrel van het strand. De schelpjes zijn wittig van kleur en ook nog eens doorschijnend. Bijna niet te zien dus! Om de slakjes op te sporen wordt gebruik gemaakt van een speciale techniek, namelijk flotteren. Hierbij wordt zand en bladafval van de grond door een zeef gehaald. Wat door de zeef komt, valt in een emmer water. In de emmer zinkt het zand naar de bodem en komen de lege slakkenhuisjes bovendrijven.

Wel het huisje, niet het dier

Met flotteren vinden we alleen het huisje, niet het dier. Eigenlijk weten we nog bijna niets van hoe Acmella nana leeft. Hoe komen we erachter wat dit slakje doet en kan? Onderzoekers kijken dan naar andere slakken die erop lijken in hetzelfde gebied. Acmella polita is er zo een. Deze slak woont net als nana in gebieden met kalksteen en eet schimmels of bacteriën van muren in grotten. Misschien is nana dus ook wel een schimmel of bacterie liefhebber. Stel dat nana graag bacteriën of schimmels eet, waarvoor is het dan handig om zo klein te zijn?

Uit een paar liter bodemmateriaal komen soms wel tienduizenden huisjes tevoorschijn. Wat zou er nog meer in te vinden zijn?

(c) Naturalis I CC0
Verschillende soorten slakkenhuisjes

Vele soorten, vele vormen

Bij de zoektocht naar Acmella nana vonden onderzoekers nog 47 nieuwe slakkensoorten met verschillende vormen. Er is een verklaring voor het feit dat op één eiland zo veel verschillende soorten slakken te vinden zijn. De slakken bewegen vrij langzaam en blijven in een klein leefgebied. Wanneer ze daar lang genoeg doorbrengen, passen ze zich aan dat leefgebied aan. Dit noemen we evolutie. Ook gaan de slakken er anders uitzien dan de soorten in andere leefgebieden. 

Slak met slagtand?

Het leukste nieuwe slakje vindt Schilthuizen niet de piepkleine Acmella, maar Ditropopsis. Bij deze slak schiet de onderste winding weg van de rest van het huisje, waardoor het huisje de vorm heeft van een olifantenslagtand. Schilthuizen zegt: „Met dit soort fratsen kom je alleen weg als je zo’n klein slakje bent.”

(c) Jaap Vermeulen I | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0
Huisje van de Ditropopsis davisoni

Wat denk jij, zou die slagtand-vorm van Ditropopsis ook een aanpassing aan zijn omgeving zijn?