Schroef of stormram: de vorm van hoorns en geweien

Niels Kerstes, 28 januari 2019

Schapen en herten hebben allebei grote, langwerpige uitsteeksels op hun hoofd. Bij schapen heten deze uitsteeksels hoorns en bij herten heten ze geweien. Hoorns en geweien komen in ontzettend veel verschillende vormen voor: van klein en recht tot groot en gekronkeld. Vanwaar deze verschillen?

Onderdeel van:

Welke van de twee?

Geweien groeien uit de schedel van een dier en zijn helemaal van bot gemaakt. Ze worden elk jaar afgeworpen en groeien het volgende jaar weer opnieuw aan. Geweien zijn vaak vertakt, zoals bij het edelhert.

Hoorns bestaan normaal gesproken uit twee delen. De kern is van bot. De buitenkant bestaat uit keratine. Keratine is het spul waar ook jouw nagels en je haren van zijn gemaakt. De hoorns van neushoorns zijn een uitzondering: deze bestaan helemaal uit keratine. Hoorns blijven het hele leven van het dier groeien en vallen nooit af. Hoorns zijn meestal niet vertakt. 

WikimediaCommons - Cameraman | Licentie: CC BY-SA 2.0
Edelhert met zijn gewei
Wikimedia Commons - Jean | Licentie: CC BY 2.0
Korte hoorns, zoals van deze blauwe duiker, zijn heel geschikt om mee te steken.

Passende wapens

Bekijk je geweien en hoorns van verschillende dieren, dan valt het op dat er heel veel verschillende vormen te zien zijn. Hoorns en geweien zijn recht of krom, groot of klein, geribbeld of glad. De vorm heeft vaak te maken met hoe de dieren vechten. Dieren die hun hoorn gebruiken om te steken, zoals duikers, hebben meestal korte hoorns zonder ribbels. Dieren die met elkaar worstelen, zoals impala’s, hebben juist vaak langere hoorns met ribbels of kronkels. Dieren die op elkaar in rammen, zoals mannetjes van dikhoornschapen, hebben vaak stevige hoorns die naar achteren gebogen zijn.

Als je naar de hoorns van een koedoe kijkt (zie foto bovenaan deze pagina), hoe denk je dan dat deze dieren vechten?

Leefomgeving

De omgeving waarin de dieren leven speelt ook een rol. Het is voor dieren die in dichte bossen leven niet handig om een groot gewei met allerlei vertakkingen te hebben. Het is dan lastig om je snel door het bos te bewegen. Een klein, simpel gewei lijkt in zo’n omgeving dan ook het geschiktst. 

GettyImages - iStock - JBLumix | Licentie: RF Getty Images
Er kan van alles blijven hangen in het gewei van een edelhert.

Mannetjes vechten, vrouwtjes kiezen

Daarnaast speelt partnerkeuze een rol bij de vorm van hoorns en geweien. Bij witstaartherten vechten de mannetjes, de bokken, met elkaar om te paren met vrouwtjes, de hinden. Bij deze soort krijgen bokken met een groter gewei meer nageslacht. Met hun sterke wapen hebben ze meer kans om een gevecht van een tegenstander te winnen. Een indrukwekkend gewei zorgt er misschien ook wel voor dat tegenstanders niet eens een gevecht aandurven.

 

Wetenschappers in Amerika deden een proef met deze herten. Ze lieten hinden kiezen tussen bokken met een groot gewei en bokken met een klein gewei. Wat bleek? De hinden hadden een voorkeur voor bokken met een groot gewei. De wetenschappers denken dat dit komt doordat zoons van een bok met een groot gewei meestal zelf ook een groot gewei krijgen. Door te kiezen voor een aantrekkelijke bok, vergroten de hinden de kans op aantrekkelijke zoons die goed kunnen vechten.  

Een witstaarthertenbok.
WikimediaCommons | Licentie: CC0