De weg vinden onder de grond

Koos Bax, 18 april 2019

Onder de grond schijnt de zon nooit. Toch gaat het leven er gewoon door. Allerlei dieren kruipen, graven en glijden door de bodem. Hoe vinden deze dieren hun weg in het pikkedonker?

Onderdeel van:

Goed voelen

Mollen, naakte molratten, sterneusmollen. Allemaal zijn ze blind of zien ze slecht. Daarom vertrouwen ze op andere zintuigen. Met gevoelige handjes, neusjes en andere voelers tasten ze de omgeving af. Elke zandkorrel wordt zorgvuldig nagegaan, op zoek aanwijzingen: Is hier een sappig hapje langs gekomen? Is dit de weg naar mijn slaapplek?

Wist je dat: meeuwen trappelen soms stilstaand op de grond. Regenwormen denken dan waarschijnlijk dat er een mol aan komt en vluchten de grond uit: recht in de snavel van de wachtende meeuw.

Mollen gebruiken hun hele lichaam

Mollen graven gangen tijdens het zoeken naar voedsel. Zo maken ze hele ondergrondse gangenstelsels. De ene gang komt op de andere uit. Hier en daar zit een gat naar de open lucht. Met stevige graafpoten spitten ze de aarde om. Mollen werken in hun eentje urenlang aan hun holen. Zo zorgen ze er voor dat de gangen stevig blijven en niet instorten. Het overtollige zand werken ze naar buiten. Daar ontstaan molshopen. In hun gangen voelen ze met hun neus, voelsprieten en staart de aarde af, op zoek naar hun favoriete voedsel: regenwormen. 

Wist je dat: de vochtigheid en hardheid van de bodem bepaalt hoe diep een mol zijn gangen graaft.

Met zijn graafhandjes en gevoelige neus is de mol goed aangepast aan het ondergrondse bestaan.
Beeki | Licentie: Pixabay License

Sterneusmollen gebruiken hun neus

Deze bizarre beestjes zijn sterneusmollen. De tweeëntwintig gevoelige uitsteeksels bij hun neusjes zorgen dat ze ondergronds toch alles vinden. Door er dieren, wortels en aarde mee te betasten bepaalt de sterneusmol bliksemsnel of hij iets eetbaars te pakken heeft. De sterneusmol is een goede zwemmer: onder wat kan hij zelfs ruiken. Door kleine luchtbelletjes uit te blazen en deze daarna op te snuiven en te ruiken weet de mol zijn weg te vinden in de natte omgeving. ‘s Zomers eet de sterneusmol zijn buikje vol. Of eigenlijk: hij eet zijn staart vol. Al het extra voedsel dat hij binnenkrijgt slaat hij als vet op in zijn staart. Daar vormt het een voorraad voor minder goede tijden.

Met de tweeëntwintig vlezige voelers bij hun neusjes zoeken sterneusmollen op de tast hun weg.
Hillbraith | Licentie: CC0

Naakte molratten gebruiken hun haren

Ook naakte molratten vertrouwen vooral op de tast. Omdat ze hun ogen bijna niet gebruiken, hoeven ze niet altijd vooruit te werken. Achteruit kan dan net zo goed. Naakte molratten rennen zo hele stukken achteruit door hun gangen. Dat doen ze net zo snel als vooruit. Om niet tegen van alles op te botsen, moeten ze wel goed voelen. Daarvoor gebruiken ze een aantal gevoelige haren bij hun neus en staart. Helemaal naakt zijn ze dus niet! Voor het graven gebruiken naakte molratten niet hun handen, maar hun sterke en en grote snijtanden. Daarmee werken ze zich door steenharde aarde.

Voor- en achteruit over elkaar heen kruipend, werken de werkers met hun snijtanden aan het uitbreiden van het ondergrondse netwerk.
iStock - GettyImages - xiao zhou | Licentie: RF Getty Images

Wist je dat: naakte molratten net als mieren en bijen leven. Eén koningin krijgt de jongen. Soldaten verdedigen het nest en werkers maken gangen en verzamelen voedsel.