Evolutie van planten: gif maken of lokken?

Niels Waarlo, 14 juli 2017

Planten verdedigen zich op verschillende manieren tegen planteneters. Sommige maken gif, andere maken stoffen om de vijanden van hun vijanden te lokken. Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) kijken naar de voors en tegens van deze twee soorten verdediging. Wanneer is het een handig en wanneer het andere?

 

(c) Naturalis I Licentie: CC BY-NC-SA-4.0
De sluipwesp legt eitjes in de rups die de plant aanvreet

De vijand van je vijand lokken

Planten kunnen niet vluchten als rupsen ze aanvallen. Daarom hebben ze allerlei slimme manieren om de plaaggeesten weg te houden. Ze hebben bijvoorbeeld stekels of stugge haren, of ze produceren gifstoffen. Maar er bestaat ook een heel ander type verdediging: de zogenaamde indirecte verdediging. Dat betekent dat planten bepaalde insecten lokken die de rupsen aanvallen. Sluipwespen, bijvoorbeeld. Die sluipwespen eten de rupsen of leggen er eitjes in. Hun larven eten de rups dan van binnenuit op, waardoor de plant veilig is.

 “Een plant kan op verschillende manieren de ‘vijanden van zijn vijanden' aanlokken,” vertelt Dr. Arjen Biere, onderzoeker bij het NIOO. “Eén daarvan is het aanmaken van lokstoffen.” Als rupsen aan de blaadjes knabbelen, maken sommige planten een stofje aan dat sluipwespen ruiken. Als een sluipwesp de geur ervan opvangt, weet hij: er is een plant met rupsen in de buurt. Vervolgens zoekt hij de bron van de geur op.

Natuurlijke bestrijding

De strategie die de plant de beste kans op overleven geeft zal uiteindelijk behouden blijven. Arjen onderzoekt wat de redenen zijn dat de ene strategie het beste werkt voor de ene plant en de andere strategie het beste voor de andere. Wat het beste is, hangt af van de planteneters die op een plant afkomen. Sommige planteneters eten heel veel soorten planten (generalisten) en andere soorten juist maar een paar (specialisten). De specialisten zijn vaak goed aangepast aan de gifstoffen van hun favoriete plantensoort. Ze scheiden de gifstoffen bijvoorbeeld snel weer uit, of maken ze onschadelijk. Planten moeten dus iets anders doen om zich te verdedigen tegen specialisten, bijvoorbeeld sluipwespen lokken met lokstoffen. Tegen generalisten werken de gifstoffen wel. Generalisten kunnen zich namelijk niet aanpassen aan het gif van al die verschillende plantensoorten.

(c) Naturalis I Licentie: CC BY-NC-SA-4.0
Onderzoeksopstelling van Dr. Arjen Biere

Biologische bestrijding

Je zou misschien kunnen denken dat de plant het beste gifstoffen én lokstoffen kan maken. “Maar zo werkt het ook niet,” legt Arjen uit. “Gifstoffen produceren kost energie. Als een plant veel van die stoffen produceert, kan hij minder energie steken in zijn eigen groei, voortplanting en herstel na schade. Dat hebben we ook aangetoond met experimenten.” Soms is het dus beter om veel gifstoffen te produceren, vooral als de plant meestal wordt gegeten door generalisten. Als het een plant is die vooral door specialisten gegeten wordt, kan hij zijn energie beter steken in het aanlokken van sluipwespen.

Natuurlijke selectie

Het valt voor een plant dus niet mee om zich aan te passen aan haar omgeving. Een plant die zich slecht kan verdedigen, sterft en geeft haar genen niet door aan het nageslacht. Juist omdat de omstandigheden variëren, is het voor de plant niet zo simpel als het lijkt. “Als ik kijk naar hoe al die mechanismen samenhangen, dan denk ik vaak: hoe bestáát het,” besluit Arjen. “Het is zo ongelooflijk ingewikkeld. Er is bijvoorbeeld een rups die het handig heeft bekeken. Hij produceert zelf een stof die verhindert dat de plant waar hij op zit, lokstoffen produceert voor sluipwespen. Dan denk ik: wat is de natuur toch prachtig. Dat maakt dit onderzoek zo leuk.”

Hoe zou de plant zich nu nog kunnen verdedigen tegen de rups?