Bonifatius

Brenger en hervormer van het christendom

Bonifatius

Bonifatius werd als Winfred ca. 674 in Wessex, een gebied in het westen van Engeland geboren. Als zevenjarige werd hij opgenomen en daarna opgevoed in het Benedictijnerklooster van Exeter. Later hield hij zich in een ander klooster intensief bezig met studie van de bijbel en gaf er ook les.

Reizen

Toen hij ongeveer 40 jaar oud was, besloot hij om in 716 naar Dorestad over te steken om – net als Willibrord - onder de Friezen het geloof te gaan verkondigen. Deze zendingsreis werd een mislukking: de Friese koning Radboud had juist de Franken (die aanhangers van het christendom waren) uit zijn gebied verjaagd. Winfred keerde naar Engeland terug.

Twee jaar later volgde een nieuwe reis; dit keer was Rome zijn doel. Paus Gregorius II wees hem Thüringen (een gebied in het oosten van het huidige Duitsland) als zendingsterrein aan. Hij gaf Winfred bovendien een nieuwe naam: Bonifatius, naar een Romeinse martelaar met dezelfde naam. Als teken van verbondenheid met de paus heeft Winfred voortaan deze nieuwe naam gebruikt.

Na de dood van Radboud (719) vertrok Bonifatius voor de tweede maal naar Friesland om daar drie jaren met Willibrord samen te werken. Er moest daar het een en ander weer opgebouwd worden na de verwoestingen door Radboud.

Duitsland

In 722 maakte Bonifatius opnieuw een reis naar Rome. Dit maal wijdde paus Gregorius II hem tot missiebisschop van de gebieden in Duitsland ten oosten van de Rijn. In Hessen en Thüringen maakte zijn optreden op aanhangers van de Germaanse godsdiensten grote indruk. Bonifatius ging over tot het vellen van een aan Donar gewijde eik in Fritzlar in de buurt van Kassel. Velen bekeerden zich daardoor tot het christendom; het hout van de eik werd benut om een kerkje te bouwen. Soms was het ook nodig om te evangeliseren in gebieden waar de bewoners al christelijk waren; het christelijk geloof kon er behoorlijk verwaterd zijn en vermengd tal van heidense praktijken.

In 732 beloonde paus Gregorius III zijn inspanningen door hem tot aartsbisschop te benoemen. Voorlopig was er nog geen sprake van een vaste zetel. Bij zijn werk werd Bonifatius bijgestaan door tal van Angelsaksische monniken. Het gevolg was dat tal van kloosters overal in het land werden gesticht. Het klooster in Fulda, gesticht in 744, werd later het meest bekend. Het vormt nog steeds een belangrijk centrum van de katholieke kerk in het hedendaagse Duitsland.


Een eik, gewijd aan de Germaanse god Donar, wordt door Bonifatius geveld.

Kerkorganisatie

Bonifatius hield zich ook bezig met de manier waarop de kerk in het Frankische rijk georganiseerd was. Hij zag dat tal van kerkelijke ambtsdragers bepaald niet leefden op de wijze zoals hun ambt dat vereiste. Ook zag hij dat Frankische gezagsdragers zich opwierpen als beschermers van de kerk en maar daarmee ook benoemingen van geestelijken wilden bepalen. De kerkelijke praktijken gingen ook nog eens in de verschillende gebieden sterk uiteen lopen. Bonifatius zette zich in voor een sterkere kerkorganisatie, waarin sprake was van meer eenheid en een verbinding met de paus in Rome. Daartoe zette Bonifatius tal van nieuwe bisdommen op.

Toch ondervond hij in de daarop volgende jaren bij het aanstellen van nieuwe bisschoppen nog veel tegenwerking. Dat ondervond hij ook aan den lijve: de plaats van vestiging van zijn aartsbisschoppelijke zetel werd Mainz en tot zijn teleurstelling niet Keulen.

De laatste Merovingische koning

Bonifatius heeft waarschijnlijk een rol op de achtergrond gespeeld bij de afzetting van de laatste Merovingische koning door hofmeier Pippijn III in 751. Het waren twee van oudste medewerkers van Bonifatius die in Rome pauselijke goedkeuring kregen voor de machtswisseling die Pippijn tot nieuwe koning maakte. Als vader van de toekomstige Karel de Grote legde hij hiermee de grondslag van de Karolingische dynastie.

Bonifatius had het land der Friezen niet uit het oog verloren. Na de dood van Willibrord (732) behield hij een zeker toezicht over de Utrechtse zetel. In 753 verplaatste hij de bisschopszetel naar de St.-Maartenskerk: de latere Domkerk zal ook die naam dragen.

Dokkum

Twee jaar later besloot hij alsnog zijn vroegere ideaal, de bekering van de Friezen, te verwezenlijken. Daartoe ondernam hij per schip vanuit Utrecht zendingsreizen naar Friesland, waarbij hij en zijn gezelschap wel moesten uitkijken voor vijandige Friezen die nog maar net slagen tegen de Franken hadden verloren.

Op 5 juni 754 kreeg hij in de buurt van Dokkum plotseling te maken een aanval door een groep vijandig gezinde Friezen. Bonifatius en ruim 50 metgezellen werden in koelen bloede vermoord. Latere verhalen vertellen dat Bonifatius zijn metgezellen opdroeg geen geweld te gebruiken. Zelf trachtte hij zijn hoofd met een evangelieboek te beschermen, maar werd toch door een zwaard dodelijk getroffen.

De moord maakte op de christelijke tijdgenoten een verpletterende indruk. In Engeland kreeg Willibald de opdracht een levensbeschrijving van Bonifatius te maken. Op de plaats waar Bonifatius werd vermoord (het zgn. martelveld) werd later een kerk gebouwd. Er ontstond daar bovendien op legendarische wijze een zoetwaterbron, die Bonifatiusbron werd genoemd.

Het lichaam van Bonifatius werd via Utrecht overgebracht naar het klooster in Fulda; het was zijn uitdrukkelijke wens geweest om daar te worden bijgezet. Er wordt in het klooster nog steeds een Angelsaksisch handschrift, de Ragyndrudis-Codex, bewaard: dit toont sporen van de zwaardslag die Bonifatius had willen afweren. Tal van onderzoekers twijfelen echter of dit wel het bewuste exemplaar is.


De moord op Bonifatius in 754 zoals verbeeld in een gebedenboek vervaardigd in het klooster van Fulda.

De Codex Ragyndrudis, een gebedenboek uit de 8e eeuw. Volgens de overlevering zou Bonifatius met dit boek hebben geprobeerd de slagen van zijn moordenaars af te weren.

Apostel der Duitsers

Bonifatius werd heilig verklaard en voortaan afgebeeld als een bisschop met een evangelieboek, waar een zwaard doorheen steekt. Een staf verwijst naar het ontspringen van een bron. Hij wordt vereerd als de Apostel der Duitsers. In Nederland is hij de patroon van het bisdom Groningen-Leeuwarden. Zijn feestdag is 5 juni.