Dit heb je nodig

• een hamer
• een veer
• twee vellen papier

Hoe zoek je dit uit

• Kies een veilige plaats, bijvoorbeeld ergens waar de bodem bestaat uit gras of zand.
• Iemand uit de groep houdt een hamer en een veer op dezelfde hoogte boven de grond en laat ze allebei los.
• Daarna doet iemand hetzelfde met twee vellen papier. Maar: hij of zij maakt eerst een prop van één van de vellen.

Bespreek met elkaar

• Wat gebeurt er?
• Hoe denk je dat dit komt?

Aha! Zo zit dat dus...

De hamer viel sneller dan de veer. Dat had je vast wel verwacht, want de hamer is veel zwaarder. Maar het vel waarvan een prop was gemaakt viel óok sneller dan het andere. Terwijl die twee toch echt even zwaar zijn. Hoe kan dat?

Hoe snel iets valt, heeft hier op aarde niet alleen maar te maken met gewicht, maar ook met luchtweerstand. Als iets naar beneden valt door de lucht, drukt die lucht er vanonder tegenaan. Is iets groter, dan drukt de lucht harder en wordt het voorwerp dus meer afgeremd. Daarom valt het uitgevouwen velletje papier langzamer.

O ja, degene die de hamer en de veer liet vallen, heeft net een heel bekende proef nagedaan! In 1971 deed astronaut Dave Scott dit namelijk ook, maar dan op de maan. En omdat daar geen luchtweerstand is, vielen de hamer en de veer dus precies tegelijk op de grond.