Terug Terug naar overzicht

Wie heeft de batterij
uitgevonden?

De condensator (een soort batterij) werd in 1746 uitgevonden door de Leidse professor Pieter van Musschenbroek. Hij vulde een glazen fles met water en bekleedde die aan de buitenkant met tinfolie. Via metalen bollen aan de bovenkant kon hij een elektrische lading opslaan in de flessen. Eigenlijk was de Duitser Ewald Georg von Kleist eerder met de vondst, maar omdat Van Musschenbroek er als eerste over schreef, ging hij ervandoor met de eer. Hierdoor kreeg de uitvinding de naam ‘Leidse Fles’.