In een gebied waar een tropisch klimaat heerst wordt het niet kouder dan 18 graden. Overdag niet en ’s nachts ook niet. De temperatuur blijft het hele jaar door redelijk gelijk. Je hebt hier geen seizoenen, zoals bij ons. Toch regent het er bijna elke dag. De bossen rond de evenaar worden daarom tropisch regenwoud genoemd.

De krokodil heeft een uniek kenmerk waardoor hij onder water zijn prooi al op kan eten. Hij hoeft er niet mee aan land te gaan. De neusgaten van de krokodil hebben een verbinding naar zijn keelgat. Tussen het keelgat en de bek zit echter een afsluitklep. Deze klep zorgt ervoor dat er via de bek geen lucht of water in de maag of longen kan komen. Zo kan de krokodil zijn prooi bijten en onder water sleuren, zonder te verdrinken.

Je zou het niet zeggen, maar de dikke, schubbige huid van een krokodil is heel gevoelig. Op de huid van een krokodil zitten duizenden donkergroene bultjes. Deze bultjes zitten vol met zenuwuiteinden. Denk aan de toppen van je vingers. Daar zitten ook eindjes van zenuwen. Daarom kun je goed voelen met je vingertopjes. Zo kan een krokodil met gemak de kleinste trillingen in het water opmerken. Dat helpt hem bij het vinden van een prooi.

Dieren die andere dieren helpen. Daar is de krokodilwachter een mooi voorbeeld van. Maar er zijn nog meer dieren die andere dieren helpen. In de zee zwemmen bijvoorbeeld veel soorten poetsvissen. Dat zijn vissen die andere vissen helpen door het verwijderen van stukjes dode huid en parasieten. Ze kunnen ook huidwondjes reinigen. Beide dieren hebben hier profijt van. De ene vis zorgt voor het voedsel en de andere vis stelt het schoonmaken daar tegenover.

Het ging de jager alleen om de huid van een krokodil en dan het liefst de huid van de buik. Daar is het pantser het minst dik. De jager ging er vaak ’s nachts op uit, omdat de krokodil dan makkelijk te traceren is. Zijn ogen geven namelijk licht. Met een gericht schot tussen de ogen schoot de jager de krokodil dood. Voor de huid werd veel betaald. Zo gebeurde het dat de krokodil bijna uitgestorven was.

De meeste dieren eten geen soortgenoten, maar de krokodil heeft daar geen moeite mee. Een grote krokodil van 6 meter lang slikt zo’n kleintje als de breedvoorhoofdkrokodil makkelijk weg. Deze dwergkrokodil graaft daarom graag een hol bij het water. Daar verstopt hij zich overdag in. Wanneer het nacht is, komt hij tevoorschijn en gaat hij op jacht. Hij zorgt er ook voor dat de opening van zijn hol niet te vinden is. Soms zit die opening onder water.

Wanneer een krokodil een prooi vangt, houdt hij zijn kop soms rechtop boven het water. Het eten ‘valt’ zo letterlijk in zijn maag. Het duurt het ongeveer 3 – 7 dagen voordat hij zijn prooi verteerd heeft. Tijdens dit verteren ligt hij lekker in de zon. Zo gaat de temperatuur van zijn lichaam omhoog. Maar hij mag niet te warm worden. Dan kan het eten in zijn maag gaan rotten. En daar kan een krokodil dood aan gaan. Dus af en toe een duik in het koele water kan geen kwaad.

De dwergkrokodil leeft alleen, behalve in het broedseizoen. Het vrouwtje maakt in de buurt van water een nestheuvel. Daar gebruikt ze rottende bladeren voor. Rottende bladeren geven warmte af en zij zorgen ervoor dat de eieren in het nest uitgebroed worden. Vogels, die ook eieren leggen, gaan op hun nest zitten om ze warm te houden. Nadat de kleintjes uit het ei zijn gekomen, helpt de moeder ze om het nest te verlaten. Daarbij maken ze geluidjes, waardoor de moeder weet dat ze erbij moet zijn.