Het ontstaan van poten

Imke Smeets, 17 juni 2019

Wat is een poot? Dat lijkt een rare vraag. Poten zijn duidelijk anders dan bijvoorbeeld vinnen. Toch? Niet als je het aan Tiktaalik zou vragen. Tiktaalik leefde in het Late Devoon, 375 miljoen jaar geleden. Het was een vis, mét vinnen. Maar die vinnen waren erg poot-achtig. Als je zijn vinnen van binnen bekijkt, zie je een hoop kleine, stevige botjes. Ze lijken op de botten in onze arm. 

Waarschijnlijk zag het skelet van Tiktaalik er zo uit. Zie je de hoop kleine, stevige botjes in zijn voorpoot?
Shubin et al, 2014. Pelvic girdle and fin of Tiktaalik roseae, PNAS 111 (3) 893-899. | Licentie: CC BY-NC-SA

Stevige vinnen

De botjes waren stevig genoeg om Tiktaalik te dragen. Dat is nodig, omdat hij waarschijnlijk zo nu en dan het land op kroop. De groep vissen waar Tiktaalik bij hoort, de tetrapodomorpha (“viervoeter-achtigen”) had kieuwen, maar ook longen. Ze konden zowel in het water als op de oever ademhalen. In het water kon Tiktaalik moeiteloos drijven. Maar zonder die sterke botjes in zijn vinnen zou hij op het land als een pudding ineen zakken. 

Een poot heeft vingers

De vinnen van Tiktaalik waren nog geen echte poten. We noemen een poot pas een poot wanneer hij vingers heeft. Tiktaalik had die niet. Maar vijf miljoen jaar later ontstonden er dieren die veel op Tiktaalik leken, maar met één belangrijk verschil: ze hadden vingers. Daarom noemen we deze dieren de allereerste viervoeters. Toch bleven veel van deze eerste viervoeters in het water leven. Waarom kregen ze dan poten, als ze die toch niet gebruikten om te lopen? Wetenschappers weten dat niet zo goed. 

Zo ging waarschijnlijk de overgang van vinnen (A - D) naar poten (E - G). Tiktaalik (D) had nog geen echte poten omdat hij nog geen vingers had.
Conty | Licentie: CC0

Waarvoor ontstonden poten?

Misschien ontstonden poten omdat ze handig waren bij het paren. Met poten kon het mannetje het vrouwtje beter vasthouden. Of misschien waren poten handig om stil te blijven liggen in het water. Kijk maar eens naar krokodillen of watersalamanders. Als die net onder het wateroppervlak liggen, wachtend op hun prooi, houden ze hun poten uitgestrekt. Hun vingers zijn gespreid. Daardoor liggen ze doodstil. Wat we dus wel weten, is dat poten toevallig ontstonden. Misschien omdat ze van pas kwamen bij de paring of om stil te blijven liggen. Pas later bleek dat je met die dingen handig kon lopen. Poten ontstonden dus niet met een bepaald doel. Dat zie je vaker in de evolutie. Er is immers niemand die vooraf bepaalt waar de evolutie heen moet gaan!

Afgietsel van Tiktaalik
Naturalis Biodiversity Center | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0