De das

Als het 's avonds donker wordt in het bos, komt de das uit zijn hol. Een das is te herkennen aan zijn zwart-wit gestreepte snuit. De das hoort bij de familie van marterachtigen. De familie van marterachtigen bestaat uit ongeveer zeventig verschillende soorten dieren. De boommarter, de steenmarter, de bunzing, de hermelijn en de wezel zijn marterachtigen die in Nederland voorkomen. Het zijn allemaal roofdieren met een langwerpig lichaam en korte poten. Een roofdier jaagt op andere dieren. De das is het grootste roofdier dat in Nederland leeft. Een volwassen mannetjesdas is ongeveer 75 centimeter lang en weegt zo'n vijftien kilo.

© Paul Hobson/FLPA, Groot Brittanië

Een das leeft in een groep, maar voedsel zoeken doet hij meestal alleen.

Familie

Een das is een erg schuw dier. Hij is bang voor mensen, en voor andere grote dieren. Dassen leven met elkaar samen in een grote familie. Zo'n familie bestaat uit ongeveer zes volwassen dassen en hun jongen. De das houdt van een afwisselende omgeving. Zoals een weiland met heggen, en het liefst een bos daaromheen. Daar kan hij genoeg eten vinden en zich verstoppen als er gevaar dreigt. Hij woont vooral graag in heuvels waarin hij een hol kan graven. Het moet een rustige omgeving zijn, met weinig mensen en verkeer. Dassen lopen altijd over dezelfde paden. Deze worden dassenwissels genoemd.

© Gerlo Beernink/Hollandse Hoogte, Amsterdam

Om de das te helpen, zijn er speciale dassentunnels aangelegd. Daar kan een das veilig oversteken.

Een das eet alles: hij is een omnivoor. Hij heeft hele sterke kaken, net zoals een beer en een wolf. Met zijn scherpe tanden kan hij een ander dier doodbijten, bijvoorbeeld een egel of een muis. Maar de das heeft korte poten, dus kan hij niet hard genoeg rennen om een snel dier te vangen. Zijn belangrijkste voedsel bestaat uit regenwormen, insecten, slakken, graan, maïs en fruit. Hij eet ook kadavers. Dat zijn dieren die al dood zijn. De das eet wat de natuur hem geeft. In de herfst eet hij bosvruchten en fruit dat van de bomen valt. In het voorjaar eet hij vooral insecten, regenwormen en kikkers.

De das komt niet heel veel meer voor in Nederland. Daarom is het een beschermd dier, dat betekent dat het verboden is om op dassen te jagen. Toch blijft het moeilijk voor de das, omdat het steeds drukker wordt. Er is veel verkeer, en er worden regelmatig dassen aangereden. Als je een das wilt zien, kun je 's avonds bij een bewoond dassenhol gaan kijken. Zorg er wel voor dat je heel stil bent. En dat de das je niet kan ruiken. Ga dus zo staan dat de wind vanaf het dassenhol naar jou toe waait. En niet andersom.