ADVERTENTIE
ADV.
Word abonnee

Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

Terwijl een slang over de grond kronkelt, steekt hij voortdurend zijn tong uit. Dat doet-ie niet om lollig te zijn. Maar waarom wel? Lees snel verder!

In de lucht zweven allemaal geurmoleculen. Alles heeft zijn eigen, unieke geur. Als een slang zijn tong uitsteekt, vangt hij deze geurdeeltjes op. Door zijn tong weer in z’n bek te trekken, brengt hij de geurmoleculen naar een speciaal orgaan, bovenin z’n bek: het orgaan van Jacobsen. Dit orgaan geeft de deeltjes door aan de hersenen. En die sturen weer informatie aan de slang.

Een slang kan dankzij het orgaan van Jacobsen ‘ruiken’ waar een prooi is. Maar hij weet zo ook waar-ie zelf is. In een boom of bij het water bijvoorbeeld. Doordat de tong gespleten is, ruikt de slang precies of de geur van links of van rechts komt. Met zijn tong maakt de slang dus eigenlijk een plaatje van z’n omgeving.