Documentatiecentrum

Gokken

Iedereen waagt wel eens een gokje. Als je gokt, speel je een spel dat je kunt winnen door geluk te hebben. Knobbelen bijvoorbeeld. Kinderen knobbelen soms met knikkers. Dat doen ze in een groepje. Ieder kind neemt een aantal knikkers in zijn hand. Wie raadt hoeveel knikkers iedereen samen in zijn hand heeft, wint het potje. Verlies je, dan heb je pech. Het blijft een gok. Knobbelen werd 2000 jaar geleden ook al gedaan. Herders speelden het toen met schapenbotjes. In dezelfde tijd kenden de Romeinen een soort loterij. Een loterij speel je met loten. Dat zijn briefjes met elk een ander nummer erop. Een paar nummers worden gekozen. Heb jij een briefje met een nummer dat gekozen is? Gefeliciteerd, want dan heb je gewonnen. Tegenwoordig win je geld. In de tijd van de Romeinen wonnen de mensen graan of olie.

Bij elke loterij horen loten. Van een kraslot moet je een laagje af krassen, dan kun je meteen zien of je iets gewonnen hebt.

Meer geluk dan wijsheid

In de achttiende eeuw (1700-1800) begon men casino's te bouwen. Grote, deftige gebouwen waar rijke mensen konden gokken. Sommige casino's leken wel paleizen. Ook nu zijn casino's nog altijd een beetje chic. In de Amerikaanse gokstad Las Vegas staan veel casino's. Net als in Nederland mag iedereen boven de achttien jaar daar gokken. In het casino gebruik je fiches (zeg: fiesjus). Het is plastic namaakgeld. Je koopt de fiches bij de bank van het casino. Aan het eind van je bezoek verkoop je ze weer. Tenminste, als je nog fiches hebt. Want het grootste gevaar is natuurlijk dat je alles kwijtraakt. Of dat je niet merkt hoeveel geld je verliest. Het is toch maar plastic, denk je. Een van de meest geliefde spelletjes in het casino is roulette. Het woord komt van rollen. Een klein balletje rolt over een draaiende schijf met cijfers. Komt het balletje stil te liggen op het cijfer dat jij hebt gekozen, dan win je. De rouletteschijf gaat van 0 tot en met 36. Hoe groot is de kans dat je wint als je één fiche op één nummer inzet? Reken maar uit: de kans is één op 37. Je krijgt 36 keer de inzet als je wint. Zet je tien gulden (ongeveer 4,5 euro) in, dan krijg je 360 gulden terug (dat is zo'n 164 euro). Maar je kunt ook kiezen voor even of oneven nummers. De kans dat je wint, is dan één op twee. Je krijgt twee keer je inzet terug als je wint.
Fruitautomaten zijn de bekendste geldvreters. Je ziet ze in cafés, sigarenwinkels, snackbars en automatenhallen. De bedoeling is dat je drie of vier dezelfde plaatjes op één rij krijgt. Gebeurt dat, dan heb je gewonnen. Je hoort een hoop gerinkel, want de winst valt in een bakje. Geld, denk je. Geld, denken ook de mensen om je heen. Zo komen ze misschien nog op een idee. Dat is ook de bedoeling. De mensen die de machines maken, hopen zo dat andere mensen in de verleiding komen om te gaan gokken.

© Gerard Verschooten, Nijmegen

Knobbelen is ook een gokspel. Maar wel een onschuldig spel.

Er zijn nog heel veel andere manieren om te gokken. Over de hele wereld gokken mensen graag. Dat komt door de spanning. Door het gevoel van opwinding, omdat ze misschien iets gaan winnen. Veel mensen zoeken alleen af en toe die opwinding op. Maar er zijn ook mensen die de hele tijd aan gokken denken. Ze zijn verslaafd geraakt aan de spanning. Ze kunnen niet meer zonder. Zulke mensen kunnen behoorlijk in de problemen komen, vooral omdat ze vaak al hun geld vergokken. Zonder hulp komen ze niet van hun verslaving af.

Details en informatie

  • Titel: Gokken
  • Auteur(s): Jan-Willem Driessen
  • Nummer: ic042
  • Niveau: 4
  • Siso: J 614.79
123movies