Mini-pad Aardappel
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Bekijk het filmpje dat hieronder staat.


Goed luisteren, want je moet straks wat vragen beantwoorden.

Ligt je werkblad al klaar?
Daar staat de vraag ook op.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

 

  • De worteltjes die uit een aardappel groeien noem je uitlopers.
  • Als je aardappels in de grond stopt noem je dat ‘planten’.
  • Aan de blaadjes en stengels groeien de nieuwe aardappelen.
  • De nieuwe aardappelen groeien aan de wortels van de aardappelplant. 
  • Een aardappelplant kan uit een aardappel of een zaadje groeien.
(Advertentie)
(Advertentie)

In het filmpje heb je gezien hoe een aardappelplant groeit. 
Zet bij het plaatje op je werkblad dat het eerste komt een 1 in het hokje, daarna 2, enz. tot je bij 5 bent.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

  • Aardappels uit de grond halen noem je ‘rooien’.
  • Dat gebeurt allemaal met de hand, anders gaan de aardappelen kapot.
  • Voordat de aardappelen naar de winkel gaan, zijn ze 2x geschud.
  • Als de aardappelen op de boerderij aankomen, gaan ze meteen in zakken.
  • Aardappelen worden eerst gesorteerd, voordat ze de zakken in gaan.
(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

 

  • Een aardappel is een knol.
  • Een aardappel is een bol.
  • De aardappelen worden in de zomer uit de grond gehaald.
  • Alle aardappelen gaan in zakken naar de groenteboer of de supermarkt. 
  • In de frietfabriek worden de frietjes eerst voorgebakken op een hete plaat.

 

 

De aardappel komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en is door de Spanjaarden naar Europa gebracht.
Daar zagen ze ook wel wat in dit goedkope voedsel.
(Al kijkt het Hollandse boerinnetje op de kleurplaat wel een beetje vreemd.)

Dit grappige spelletje heet: "meneer aardappelhoofd".
Je kunt de aardappel een grappig gezicht geven.
Dat is lachen!