Documentatiecentrum

Licht

Heb jij je weleens afgevraagd waarom een tomaat rood is? Of hoe het komt dat je jezelf in de spiegel ziet? En waarom je met een bril soms beter kunt zien dan zonder bril? Dat heeft allemaal met licht te maken. Maar wat is licht eigenlijk? Licht heeft drie kenmerken. Ten eerste verplaatst licht zich ontzettend snel. Zonnestralen leggen een afstand van ongeveer 150 miljoen kilometer in acht minuten af. Dat is 300 duizend kilometer per seconde. Ten tweede gaat licht altijd rechtdoor. Die lichtstralen zie je niet. Licht zie je pas als het ergens tegenaan komt. Het derde kenmerk is: licht geeft warmte. De zon is een lichtbron die stralen uitzendt. De stralen brengen energie over. Daarmee kun je dingen verwarmen of laten bewegen.


© Hans Leijnse/Foto Natura

Reptielen warmen zich elke morgen op in de zon om energie te verzamelen.

Afbuigen

Licht verplaatst zich heel snel. Er zijn sterren die nog veel verder weg staan dan de zon. Dat is wat lastig rekenen in kilometers. Daarom gebruiken sterrenkundigen de term lichtjaar om de afstand te berekenen.
Lichtstralen gaan altijd rechtdoor. Daarom zie je niet. Pas als ze veranderen van richting kun je ze waarnemen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij mist. Mistdruppeltjes weerkaatsen een deel van het licht, waardoor sommige stralen afbuigen. Die zie je. Zo ongeveer werkt het ook als je in de spiegel kijkt. Lichtstralen die vanaf jouw hoofd naar de spiegel gaan, kaatsen terug naar jouw hoofd. De meeste spiegels zijn vlak. Als een spiegel wat gebogen is, buigen de lichtstralen anders dan bij een vlakke spiegel. In zo'n lachspiegel zie je jezelf vervormd.
Mensen die een bril dragen, maken ook gebruik van het licht. Het glas van de bril heeft een gebogen oppervlak. Deze lens is zo geslepen dat de lichtstralen die erdoorheen gaan op een bepaalde manier afbuigen. Zo komen de lichtstralen weer goed in het oog terecht. Een lens kun je ook gebruiken om een voorwerp groter te zien. Denk maar aan een vergrootglas. Met een paar vergrootglazen boven elkaar zie je alles nog groter, zoals bij een microscoop.


© Roger Klaasen, Culemborg

Lichtstralen komen net zo terug van een spiegel als een stuiterbal zou doen.

Kleuren

Wit licht bestaat uit een aantal kleuren. Als het witte licht op een bepaalde manier gesplitst wordt, worden die kleuren zichtbaar. Dat gebeurt bij een regenboog. Maar je kunt het ook zelf splitsen met behulp van een prisma.
Mensen kunnen de meeste kleuren zien. Toch zijn er enkele kleuren die wij niet kunnen zien, zoals infrarood. Deze kleur gebruiken we bijvoorbeeld in camera's die warmte zichtbaar maken. Daarmee kun je mensen of dieren in het donker zien.
Ook ultraviolet (uv) kunnen we niet waarnemen. Dat licht wordt voor allerlei doelen gebruikt. Bijvoorbeeld om te controleren of een bankbiljet vals is.
Er zijn nog andere vormen van straling die we niet kunnen zien, zoals röntgen. Die stralen gaan zelfs door sommige materialen heen. Artsen gebruiken röntgenstraling om foto's te maken van je lichaam. Bijvoorbeeld om je botten te bekijken.
En hoe zit nu met die tomaat? Wat maakt dat die rood is? Een tomaat is rood doordat hij alle kleuren absorbeert, behalve de kleur rood. De tomaat kaatst die terug. Dat maakt de tomaat rood in onze ogen.

Details en informatie

  • Titel: Licht
  • Auteur(s): Marc ter Horst
  • Nummer: IC303
  • Niveau: 3
  • Siso: J 536
123movies