Documentatiecentrum

Vikingen (Junior)

De Vikingen leefden vroeger in Scandinavië. Dat zijn de landen Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland. De Vikingen waren één volk en ze spraken één taal: het Oudnoors. Ze waren heel goede scheepsbouwers. Ze bouwden grote, houten roeiboten met platte bodems. Je kon ze herkennen aan de drankenkop voorop het schip. De Vikingen waren ook de uitvinders van het zeilschip. Voor handel staken ze de zee over. Zo ontdekten ze dat de mensen in veel andere landen rijker waren. Daarom besloten ze om er te gaan plunderen. Tussen de jaren 800 en 1100 hielden de Vikingen rooftochten door Europa. Ze stalen spullen en namen mensen als slaven mee naar huis. De Vikingen verkochten de slaven op de markt. Of ze lieten hen hard werken. Bijvoorbeeld als roeier.

Vikingen waren ruige types. Ze waren nergens bang voor.

Dorestad

De Vikingen kwamen ook naar Nederland. In het jaar 834 kwamen ze voor het eerst. Ze vielen Dorestad aan. Dat was een groot handels-centrum op de plaats waar nu Wijk bij Duurstede ligt. Er werd daar gehandeld in bont, sieraden, wapens, ivoor en zijde. Er was dus veel te halen. Op den duur gingen de Vikingen na een plundertocht niet meer naar huis. Ze vonden het wel prettig in de nieuwe landen. Het was er warmer en 's avonds langer licht. Ze stichtten er kolonies. De Vikingen bouwden er huizen en trouwden met een meisje uit de buurt. In ruil daarvoor boden ze bescherming aan de inwoners van de kolonie.

De Vikingen trokken met hun schepen de zeeën over om te plunderen.

Iedere grote Viking-familie had een jarl. Dat was de sterkste man, de hoofdman. Grote families sloten zich bij elkaar aan. Zo waren ze samen nog sterker en groter. De jarls vochtend dan om te bepalen wie de koning van alle families werd. Viking-vrouwen hadden een belangrijke plaats in de familie. Ze kregen geld mee als ze trouwden. Daardoor waren ze onafhankelijk. Ze konden dus hun eigen beslissingen nemen. Dat moest ook wel, want hun mannen waren vaak lang van huis. Viking-vrouwen konden prima voor zichzelf zorgen. Viking-kinderen gingen niet naar school. Ze leerden alles wat ze moesten weten van hun ouders.

Over de Vikingen is veel bekend. Ze lieten teksten achter in runen-tekens. Die krasten ze in stenen. Maar ook de slachtoffers van de Vikingen hebben dingen opgeschreven. Ook weten we veel door de Viking-schepen die zijn gevonden. Belangrijke Vikingen werden 'begraven' op hun schepen. Ze kregen spullen mee voor onderweg naar het Walhalla. Dat is een soort hemel waar de Vikingen in geloofden. Als alles aan boord was, werd het schip in brand gestoken en dan dreef het weg. Op één teruggevonden schip waren behalve de Viking ook nog twaalf paarden, zes honden en een pauw aan boord. Je kunt het nu bekijken in een museum in de Noorse hoofdstad Oslo.

Details en informatie

  • Titel: Vikingen (Junior)
  • Auteur(s): Marjon Sarneel
  • Nummer: JC226
  • Niveau: 1
  • Siso: J 925.5
123movies