Documentatiecentrum

Koeien

Koeien zijn runderen. Het vrouwtje heet een koe en het mannetje een stier. Een baby-rund heet een kalf. Na ongeveer een half jaar heet een kalf een pink. Als de pink voor het eerst een kalf krijgt, heet ze een vaars. Koeien eten veel. Ze krijgen vaak gras of gesneden maïs. Dat verbouwt de boer op zijn eigen land. Voor de winter maakt de boer kuilvoer. Daarvoor laat hij het gras of maïs eerst drogen. Daarna verzamelt hij het in een kuil bij de boerderij. Hij verpakt het in plastic. Zo blijft het lang goed. Koeien krijgen ook krachtvoer. Dat zijn brokken met gezonde stoffen erin voor extra energie.

Als de koeien na een winter in de stal weer de wei in mogen, springen ze vaak van plezier.

Melk

Melk-koeien geven veel meer melk dan hun kalfje na de geboorte drinkt. Soms wel tien keer zoveel. Daarvoor zijn ze gefokt. Een gemiddelde melkkoe geeft per dag 30 liter melk. Voor zoveel melk moet een koe 150 liter water per dag drinken. Dat is ongeveer een badkuip vol. De melk komt uit de uier. De meeste boeren melken met een melk-machine. De melk stroomt door een slang in een grote tank en wordt gekoeld. Een vrachtwagen van de melk-fabriek haalt de melk op. In de melk-fabriek wordt er van alles van gemaakt: volle en halfvolle melk, vla, boter, kaas, yoghurt en ijs. Die producten kun je in de supermarkt kopen.

Koeien staan het liefst in de wei. Ze kunnen goed tegen kou en regen. Maar de meeste boeren hebben daarvoor niet genoeg grasland. Een koe heeft veel gras nodig, meer dan een voetbalveld vol. In de herfst is de wei erg nat. In de winter is het gras erg taai. Dan zet de boer ze op stal. Maar in de lente mogen ze weer naar buiten. Een etende koe maakt veel lawaai. Ze scheurt hele pollen gras af en slikt ze meteen door. Daarna gaat ze rustig liggen om te herkauwen. Het gras komt dan vanuit de maag terug in de bek en kan opnieuw worden gekauwd.

In de vier magen van de koe wordt het voedsel steeds fijner gemaakt. Eerst komt het voer in de pens, dan in de netmaag, dan in de boekmaag en als laatste in de lebmaag.

In een loopstal kunnen koeien vrij rond lopen. In de grupstal staan de koeien vastgebonden naast elkaar. Tussen en voor de koeien staan rekken. En achter de koeien is een grup. Dat is een goot waar de mest in valt. Voor zich hebben de koeien hun voer en een bak water. In een potstal lopen de koeien rond op stro. De boer doet elke keer een schone laag stro over de mest. Zo komen de koeien steeds hoger te staan. Zo wordt de mest extra goed voor het land. Op een biologische boerderij leven koeien meer zoals in de vrije natuur. Ze zijn veel buiten en hebben een ruime stal.

Details en informatie

  • Titel: Koeien
  • Auteur(s): Katja Hansma
  • Nummer: JC204
  • Niveau: 1
  • Siso: J 633.6
123movies