Verzetsmuseum Junior

In het Verzetsmuseum Junior in Amsterdam kom je meer te weten over het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Die was in Nederland van 1940 tot 1945. Het Duitse leger was Nederland binnengevallen. Adolf Hitler was toen de baas van Duitsland. Hij wilde van Duitsland een groot en machtig land maken. Dat deed hij door andere landen, zoals Nederland, in te nemen. Hitler en de mensen die hem steunden, werden nazi’s genoemd. 

Verzet

In de oorlog zijn veel mensen doodgegaan, vooral veel Joodse mensen. Er waren ook mensen die zich tegen de Duitsers verzetten en die andere mensen hielpen. Dat waren de mensen van het verzet. Ze maakten bijvoorbeeld verzetskranten, om mensen op te roepen in het verzet te gaan. Ook regelden ze voedsel voor mensen die ondergedoken zaten. 

© Cas Oorthuys/Fotomuseum, Rotterdam

De onderduikers in Artis zaten verstopt in dierenverblijven. Ze waren overdag gewone bezoekers of aan het werk als verzorgers van de dieren. Maar bij dreiging verstopten ze zich.

In het museum

In het Verzetsmuseum Junior zie je hoe het leven van vier kinderen in die tijd was: Henk, Eva, Jan en Nelly. De kinderen hebben de oorlog overleefd en ze vertellen erover. Eva bijvoorbeeld is een Joods meisje. Zij en haar familie waren ondergedoken. Maar ze werden verraden en naar een concentratiekamp in Polen gebracht.
Je kunt in het museum de nagebouwde huizen van de vier kinderen bezoeken. Daar kun je hun verhaal beluisteren, spullen, foto’s, brieven en dagboeken bekijken. Ook zijn er allerlei spelletjes die je aan het denken zetten over oorlog en verzet.

© Mike Bink / Verzetsmuseum, Amsterdam

De huizen van Eva, Henk, Jan en Nelly liggen aan een pleintje. Je kunt er rondlopen en je mag overal aanzitten.

Werken in het museum

In een museum werken mensen op verschillende afdelingen. De mensen van de afdeling educatie zorgen ervoor dat je zin krijgt om het museum te bekijken. En dat je alles begrijpt door opdrachten te doen uit een speurboekje. Ze maken ook lessen die op school gegeven kunnen worden. De meeste mensen die voor het Verzetsmuseum Junior werken, krijgen geen geld. Zij werken als vrijwilliger, omdat ze het museum belangrijk vinden.