Stichter: Jezus van Nazareth
Wij weten niet zo heel veel over het leven van Jezus. Wat wij van hem weten, komt uit de Bijbel, uit het Nieuwe Testament. Hij is geboren in Bethlehem, een stadje in Israël, zijn moeder was Maria en zijn vader heette Jozef. Jezus groeide op in het stadje Nazareth, vandaar dat hij Jezus van Nazareth wordt genoemd. Hij was een joodse jongen en werd net als zijn vader Jozef timmerman.

Toen Jezus dertig jaar was, hoorde hij over een man die rondtrok door het land, een zekere Johannes de Doper. Johannes preekte voor hele mensenmenigten en doopte veel mensen, vandaar natuurlijk zijn naam Johannes de Doper. Jezus liet zich ook dopen door Johannes en begon net als hij rond te trekken door het land. Hij verzamelde mensen om zich heen, leerlingen die met hem mee trokken.

Overal waar Jezus kwam vertelde hij verhalen over God, hij genas zieke mensen en verrichtte wonderen. Maar al na drie jaar werd hij opgepakt door de Romeinen, die toen het land Israël bezet hielden. Hij werd ervan beschuldigd mensen op te zetten tegen de regering van de Romeinen. Hij werd gekruisigd.


De leer van het christendom

Jezus leerde de mensen dat God liefde is. Hij leerde de mensen van iedereen te houden, zelfs van je vijanden. Zelf was Jezus daarin het grote voorbeeld.
De boodschap van het christendom kun je vinden in de bijbel, het heilige boek van de christenen. In de bijbel staat dat God de mensen schiep naar zijn eigen beeld en gelijkenis. De manier waarop Jezus leefde was dé manier waarop God de mensen had bedoeld. God schiep en Jezus leefde naar dit beeld en deze gelijkenis. Voor christenen is Jezus de Zoon van God.
Het draait dus allemaal om de naastenliefde: de liefde voor je medemensen. De grote vraag en opdracht van het christendom is dan ook: “Hoe kan ik van mensen houden zoals Jezus van mensen hield?”

Het belangrijkste waarin christenen geloven is de opstanding (of verrijzenis) van Jezus Christus na zijn kruisdood. Ieder jaar met Pasen wordt de opstanding gevierd.
 

 


Eerste volgelingen

Al tijdens zijn leven waren er mensen die geloofden in wat Jezus vertelde en deed. Hij kreeg een kleine groep mensen om zich heen, die hem beschouwde als hun leraar. Dit waren natuurlijk mensen van zijn eigen volk, joden.
Deze volgelingen vonden zijn boodschap zo belangrijk, dat ze na zijn dood overal van en over Jezus wilden vertellen. De belangrijkste leerlingen werden apostelen. Achteraf gezien waren deze joden de eerste christenen. De boodschap van Jezus bleef levend.
De eerste volgelingen van Jezus waren er van overtuigd dat Jezus de lang verwachte Messias was. De Messias was iemand die het volk zou redden en een betere toekomst geven. Dit was goed nieuws voor de hele wereld. Daarom gingen de leerlingen op reis om aan iedereen over Jezus te vertellen. Paulus was een van die volgelingen van Jezus die de hele wereld rond reisde.


Groei van het christendom
Het christendom verspreidde zich in een steeds groter gebied. Op veel plaatsen rond de Middellandse Zee werden christengemeenschappen gesticht. Mensen kwamen bij elkaar in het huis van een van hen en vertelden elkaar over Jezus, ze baden samen en aten samen.
Maar niet iedereen was blij dat er zoveel christenen kwamen. In de eerste eeuwen werden de christenen zelfs vervolgd, gemarteld en gedood. Ondanks de vervolgingen, breidde het christendom zich steeds meer uit. De boodschap sprak veel mensen aan.
In 312 kwam een grote verandering: de Romeinse keizer Constantijn werd zelf ook christen. Daardoor kwam er langzamerhand een einde aan de vervolgingen en konden de christenen vrij hun geloof beleven. Zij gingen toen ook kerken bouwen, waar ze met veel mensen konden samenkomen.
Het christendom verbreidde zich als een olievlek over de toen bekende wereld. De Romeinen brachten al in de eerste eeuwen christelijke elementen ons land binnen. In de 7e en 8e eeuw kwamen Engelse monniken, onder wie Willibrord en Bonifatius de Nederlanders bekeren tot het christendom. Toen al waren er in Nederland kerkjes.
Na de ontdekking en kolonisatie van de rest van de wereld verspreidde het christendom zich ook naar andere continenten, zoals Noord- en Zuid-Amerika.
Vanaf het midden van de 19e eeuw begonnen de christelijke kerken actief missie en zending te bedrijven over de hele wereld, zoals Afrika.

Verschillende stromingen
Tot 1054 was de christelijke kerk één kerk. In dat jaar echter kwam er een splitsing tussen de oosterse en de westerse kerk. Later kwam er nog een belangrijke afsplitsing, in de 16e eeuw, die leidde tot het protestantisme.

a. Rooms-Katholiek
Dit is de oudste tak van het christendom. De geschiedenis gaat terug tot Petrus, een leerling van Jezus, die volgens de traditie, de eerste paus werd. Het christendom begon als een relatief kleine groep mensen, maar groeide uit tot een grote kerk. Ze kreeg veel macht.
Voor Rooms-Katholieken zijn de bijbel en de traditie belangrijk. Een priester is de vertegenwoordiger van Christus hier op aarde. En ze vinden dat je een goed mens kunt worden door te geloven en door goede werken te doen.

b. Oosters-Orthodox
Deze groep gelovigen scheidde zich in 1054 af van de Rooms-Katholieke kerk. Zij verschillen bijvoorbeeld in het belang dat zij hechtten aan de paus. De oosters-orthodoxe christenen erkennen de autoriteit van de paus niet. En bij hen mag iemand voordat hij priester wordt gewijd, wel trouwen. Bij de rooms-katholieken mogen alleen ongetrouwde mannen priester worden.

c. Protestanten
In 1517 spijkerde Maarten Luther een pamflet op de kerkdeur. Daarop stond geschreven wat hij allemaal fout vond aan de rooms-katholieke kerk. Doordat de rooms-katholieke kerk zoveel macht had gekregen, ook in de politiek, was er veel fout gegaan. Luther vond dat de kerk zich moest bezinnen op haar oorsprong en zich moest hervormen. Want zo had Jezus het niet bedoeld. Daarmee begon eigenlijk de Reformatie. Uiteindelijk zijn hieruit de protestantse kerken ontstaan. Hoewel er veel verschillende protestantse kerken zijn, denken ze over veel dingen wel hetzelfde. Zo vinden zij dat je een goed mens kunt worden, alleen door te geloven, niet door goede werken te doen. En de bijbel is als enige belangrijk, niet de traditie. In protestantse kerken zul je geen beelden van heiligen vinden. Voor hen is het woord belangrijk, de prediking.


Christendom nu
Het christendom is uitgegroeid tot de grootste wereldreligie. Over de hele wereld zijn er ongeveer 2,8 miljard christenen.
En hoewel er veel verschillende stromingen bestaan in het christendom, hebben ze uiteindelijk allemaal dezelfde basis: het geloof in de boodschap van Jezus Christus.

Meer weten:


 

© Missio Nederland 2013
Voor deze tekst is gebruik gemaakt van ‘Met hart en ziel’, een uitgave van Missio.